LANDBOUW EN BIODIVERSITEIT, ONLOSMAKELIJK MET ELKAAR VERBONDEN

In een boomgaard is de diversiteit aan levende soorten een teken van goede gezondheid en heeft die ook een aanzienlijke positieve invloed op de gewassen. Biodiversiteit draagt immers rechtstreeks bij aan de kwaliteit van het geteelde fruit. Steeds meer landbouwers zijn zich bewust van het belang en de kwetsbaarheid van biodiversiteit en doen daarom hun best om deze zoveel mogelijk te preserveren.

Elke kwaliteitsvolle landbouwproductie steunt onder meer op vruchtbare grond, proper water en bestuivende insecten. Deze diensten van de natuur, de zogenaamde ‘ecosystemen’, vormen het hart van de relatie die altijd al heeft bestaan tussen landbouw en biodiversiteit. Maar diezelfde biodiversiteit wordt nu bedreigd: natuurlijke milieus worden verzwakt of zelfs vernietigd door menselijke activiteiten.
Volgens de IUCN worden minstens 1.677 soorten van de 15.060 geëvalueerde Europese soorten met uitsterven bedreigd. Meer dan de helft van de endemische bomen in Europa wordt bedreigd en een vijfde van de amfibieën en reptielen loopt gevaar. Ook bestuivers gaan erop achteruit: één op de tien Europese bijen- en vlindersoorten wordt met uitsterven bedreigd. Dit gebrek aan biodiversiteit leidt tot een kettingreactie die op dit moment de wereld zoals we die kennen, rechtstreeks bedreigt.

Landbouw als sleutelspeler in het behoud van biodiversiteit

Hoewel landbouwpraktijken gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor de druk op de biodiversiteit, kunnen ze ook een belangrijke hefboom zijn om de biodiversiteit te beschermen. Samen bestrijken de landbouwsectoren immers de grootste land-, zee- en zoetwaterzones op aarde.
Door duurzame praktijken toe te passen kan de landbouwsector bijdragen aan belangrijke ecosysteemfuncties: behoud van de waterkwaliteit en van de cyclus van voedingsstoffen, vorming en herstel van bodems, beheersing van erosie, opnemen van koolstof, behoud van het leefgebied van wilde dieren en planten, bestuiving enz. Het is allemaal een kwestie van inzet.

De boomgaard laat het belang van kleine stappen zien

Op lokaal niveau kunnen concrete acties alvast bijdragen tot het behoud van biodiversiteit op de percelen: door ondermeer begrazing tussen de rijen bomen, aanleg van hagen, aanwezigheid van braakliggende terreinen enz. Het plaatsen van bijenkorven tussen de fruitbomen vergemakkelijkt ook de bestuiving van de gewassen, onmisbaar voor de teelt van kwalitatief fruit.
De producenten van Pink Lady® onderschrijven het belang hiervan en geven daarom de voorkeur aan natuurlijke oplossingen boven het gebruik van gewasbeschermingsproducten: verstoring van de paring van ongedierte, het gebruik van klei om zonnebrand op appels te voorkomen, het plaatsen van netten als bescherming tegen plagen en slecht weer.

Pink Lady®, partner van LPO

Tegen die achtergrond ondertekende Pink Lady® Europe in 2021 een driejarig partnerschip met de Bond voor Vogelbescherming LPO (Ligue pour la Protection des Oiseaux), de belangrijkste vereniging voor natuurbehoud in Frankrijk. Het doel van deze samenwerking is werken rond de kleine fauna in boomgaarden, zoals vogels, vleermuizen, egels, vossen en marterachtigen, die vaak worden bedreigd door het verlies van hun leefgebieden, terwijl ze waardevolle biologische bestrijders kunnen zijn.
In de drie productielanden (Frankrijk, Spanje, Italië) zijn Pink Lady® Europe en het netwerk Birdlife International van plan om samen studies en experimenten uit te voeren om het uitzetten van kleine dieren te evalueren, best practices aan te moedigen en professionals te sensibiliseren en op te leiden. Want hoewel landbouw een positieve impact kan hebben op de biodiversiteit op lange termijn, kan er ook nu meteen al veel werk verricht worden, nl. in het hart van de boomgaarden.

https://www.europarl.europa.eu/news/fr/headlines/society/20200519STO79424/especes-menacees-en-europe-faits-et-chiffres-infographie
https://biodiversite.gouv.fr/en-quoi-la-biodiversite-est-elle-menacee
https://sciencesnaturelles.ch/biodiversity-explained/about_biodiversity/bedeutung
https://www.fao.org/3/i6602e/i6602e.pdf